Introductie: De Betekenis van Gouden Ringen in Friesland's Geschiedenis
In 2022 werd een gouden, middeleeuwse ring gevonden in Sumar, Friesland, door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangewezen als beschermd cultuurgoed. Deze ring, met een afbeelding van het Lam Gods en omringd door de vier evangelisten, werd in 1997 ontdekt en is van onschatbare historische waarde. Het kabinet heeft besloten dat deze ring niet naar het buitenland mag vertrekken, om zo het onmiskenbare erfgoed van Nederland te beschermen en te bewaren voor toekomstige generaties. Dit verhaal heeft niet alleen de belangstelling getrokken vanwege de unieke symboliek en het vakmanschap, maar ook vanwege de bredere betekenis van dergelijke vondsten voor onze historische identiteit.
Deze gouden ring is slechts één voorbeeld van de rijke schat aan archeologische ontdekkingen uit de vroege middeleeuwen in Friesland. In de regio zijn meerdere ringen uit dezelfde tijd gevonden, die net zo’n belangrijke rol spelen in ons begrip van de geschiedenis. Deze ringen, die vaak als persoonlijke bezittingen of religieuze symbolen werden gedragen, geven ons inzicht in het proces van kerstening dat Friesland in de negende en tiende eeuw doormaakte. De betekenis van gouden ringen als symbolen van macht, religie en identiteit is diep verweven met het vormgeven van de regio zoals we die vandaag de dag kennen.
Het is dan ook van groot belang om niet alleen de ring uit Sumar, maar ook de bredere groep ringen uit Friesland onder de aandacht te brengen. Deze artefacten zijn niet alleen van archeologisch belang, maar dragen bij aan ons gezamenlijke culturele geheugen. De vraag rijst: wat kunnen we nog meer leren van deze ringen? Wat zeggen ze over de invloed van het christendom, de sociale structuren en de rijke geschiedenis van Friesland in de vroege middeleeuwen?
Met deze vraag in gedachten willen we de aandacht vestigen op een breder spectrum van ringen die in Friesland zijn ontdekt. Elke ring heeft zijn eigen verhaal en draagt bij aan het grotere narratief van een regio die in een tijd van verandering en transformatie zijn weg vond naar het christendom. Wat kunnen experts, onderzoekers en instellingen ons vertellen over deze ringen en hun historische context? En welke rol spelen ze in het begrijpen van de kerstening van Friesland? De toekomst van deze waardevolle objecten ligt in onze handen, en het is belangrijk om deze geschiedenissen te bewaren en te bestuderen voor de generaties die nog komen.
De Gouden Ringen van Friesland: Sleutels tot het Verhaal van de Kerstening
De afgelopen vijftien jaar is er in het noorden van Friesland een opmerkelijk aantal gouden ringen uit de begintijd van het christendom (8e - 9e eeuw) gevonden. Het aantal gevonden gouden ringen bedraagt momenteel minstens acht. Van zeven van deze ringen is bekend dat ze in Friesland zijn gevonden en één is dat waarschijnlijk. De meeste ringen werden ontdekt op terpen in Westergo en Oostergo, terwijl er ook een ring werd opgegraven uit de Ee (collectie Museum Dokkum). Eén exemplaar bevindt zich in de collectie Haedecke in Duitsland, en hoewel de vindplaats als Holland wordt aangeduid, is het gezien de vorm en datering waarschijnlijk dat deze ring uit Friesland komt. Kort geleden is een gouden ring uit de collectie van het Admiraliteitshuis in Dokkum aan dit rijtje toegevoegd. Deze ring maakt deel uit van de permanente tentoonstelling over Bonifatius. Hoewel deze ring tot nu toe als ‘heidense ring’ werd aangeduid, zijn er sterke aanwijzingen dat deze vroegchristelijk is. Het lijkt erop dat de ring de apostel Mattheus afbeeldt, met aan weerszijden een vogelfiguur. Maar daarover later meer. Wellicht zijn er zelfs meer exemplaren gevonden die nog onbekend zijn. Het is dus hoog tijd voor een grondige inventarisatie en mogelijk een verklaring voor de aanwezigheid van deze bijzondere vondstgroep.
Gemakshalve worden de ringen in twee groepen gepresenteerd, omdat de ringen onderling qua vorm variëren. Groep 1 omvat de stijl ‘Agnus Dei-ringen’, terwijl groep 2 de stijl ‘Apostelen-ringen’ vertegenwoordigt.
De gevonden ringen vertonen opvallende overeenkomsten met elkaar,. De ringen 1, 2 en 3 hebben enkele kenmerken die sterke gelijkenissen vertonen. Vooral de gestileerde ‘tekens’ zijn opvallend, wat doet denken aan de ‘Aethelswith-ring’ uit het British Museum, waarmee een link naar de Angelsaksen makkelijk gelegd lijkt. De ringen 5, 6 en 7 vertonen bovendien grote overeenkomsten met elkaar en delen de ‘quatrofoil-vorm’, die ook op de Aethelswith-ring voorkomt. Deze ringen zijn mogelijk ingelegd met niëllo, een mengsel van koper, zilver, zwavel en soms lood, dat wordt gebruikt om gegraveerde lijnen op te vullen en zo een tekening te vormen op een gouden of zilveren achtergrond.
Alleen ring 4 en ring 8 lijken enigszins afwijkend. Deze bezitten geen niëllo of andere versieringen, maar vertonen wel overeenkomsten qua vorm en symboliek met de andere ringen. Ring 4 heeft bijvoorbeeld een ingekerfd kruis en lijkt qua model op ring 1. Ring 8 heeft een afbeelding van een van de vier apostelen, wat overeenkomt met de afbeeldingen op de ringen 6 en 7, die alle vier de apostelen weergeven, zij het gestileerd.
Wat opvalt is dat alle ringen van goud zijn en relatief eenvoudig van uitvoering. Hoewel er wordt gesuggereerd dat de ringen met niëllo-inleg van Angelsaksische herkomst zijn, wat overeenkomt met de traditie van Angelsaksische goudsmeden, is er één belangrijk kenmerk dat deze hypothese tegenspreekt. De ‘slordige’ manier waarop de ringen zijn gegraveerd en ingelegd met niëllo lijkt juist on-Angelsaksisch. Wat we van de Angelsaksische goudsmeden kennen, zijn prachtig afgewerkte objecten, zoals de ‘Aethelswith-ring’, die een verfijnde afwerking toont. De ringen uit Friesland lijken juist snel en minder zorgvuldig vervaardigd.
Primitieve Vervaardiging: Lokale Goudsmeden of Angelsaksische Invloed?
Moeten we dan concluderen dat de ringen niet door Angelsaksen, maar door lokale Friese goudsmeden zijn gemaakt? Vermoedelijk niet, want er zijn geen aanwijzingen dat er in Friesland op dat moment lokale goudsmeden actief waren die het vak van niëllo bewaarden. Er zijn buiten deze ringen geen andere producten uit Friesland bekend waarin goud en niëllo is verwerkt. Dit roept de vraag op waarom de ringen een ‘primitieve’ uitvoering vertonen. De theorie die hiervoor wordt gesuggereerd, is dat er in de vroege middeleeuwen slechts een klein aantal goudsmeden was die in staat waren om deze techniek toe te passen. Aangezien goud in de 8e eeuw erg kostbaar was, is het mogelijk dat deze ringen lokaal in Friesland zijn gemaakt door goudsmeden die, vanwege het gebrek aan tijd en middelen, minder verfijnde exemplaren produceerden.
Het is ook mogelijk dat de ringen zijn vervaardigd door meereizende Angelsaksische goudsmeden die zich bij de missionarissen voegden om de Friezen te bekeren. Deze goudsmeden zouden misschien geen eigen werkplaats hebben gehad en moesten snel werken, wat verklaart waarom de ringen eenvoudiger en minder verfijnd zijn dan wat we van Angelsaksische goudsmeden gewend zijn.
Waarom Alleen in Friesland?
Een vraag die nog steeds onbeantwoord blijft, is waarom deze gouden ringen uitsluitend in Friesland en dan vooral in het terpengebied zijn gevonden. Dit roept de vraag op of er een specifieke reden is waarom deze ringen zich hier bevinden en niet op andere plaatsen. Was er een relatie tussen de gevonden ringen en de specifieke terpenbewoners? We weten dat de kerstening van Friesland een moeizaam proces was, en dat de missionarissen vaak geconfronteerd werden met weerstand van de heidense bevolking. Zou het gebruik van gouden ringen, als symbolen van religie en macht, een strategie zijn geweest om de Friezen te overtuigen van de waarde van het christendom?
De Dokkumer Ring: Een Speciaal Exemplar
Ring 8, de ring uit het Admiraliteitshuis in Dokkum, is een bijzondere vondst in deze reeks. Hoewel het vrij zeker is dat deze ring uit dezelfde periode komt, valt de vorm en afwerking op. De ring vertoont verfijnd vakmanschap, wat niet overeenkomt met de andere ringen die vaak ‘primitief’ zijn uitgevoerd. De ring uit Dokkum heeft een compositie die wijst op een meer verfijnde techniek, wat doet vermoeden dat deze ring niet in een kort tijdsbestek gemaakt is. Dit roept de vraag op of deze ring gedragen werd door een missionaris, mogelijk Bonifatius zelf, of door een andere figuur die een belangrijke rol speelde in de kerstening van Friesland.
De ring zou waarschijnlijk de apostel Mattheus weergeven, die vaak wordt afgebeeld als een menspersoon met vleugels, met een nimbus boven zijn hoofd. De vogels aan weerszijden van de afbeelding kunnen mogelijk verwijzen naar duiven, raven of pauwen, die vroege christelijke symbolen waren. Er zijn echter ook deskundigen welke de ring als juist heidens beschouwen en zien er de god Wodan met zijn raven Hugin en Munin. Ikzelf neig meer naar de apostel Mattheus, vooral vanwege de aanwezige Nimbus.
Conclusie: Gouden Ringen als Wapens in de Strijd om de Kerstening
Zijn deze gouden ringen wellicht wapens geweest in de strijd om het christendom definitief voet aan de grond te krijgen in Friesland, een regio waar de bekering pas langzaam op gang kwam? Het zou een plausibele hypothese kunnen zijn. De ringen zouden dan ingezet kunnen zijn als een manier om lokale leiders te overtuigen zich te bekeren. Omdat goud in die tijd enorm kostbaar was, zouden deze ringen een symbolische en misschien zelfs politieke rol kunnen hebben gespeeld in het proces van de kerstening. Misschien werden ze zelfs gebruikt om de steun van de Friezen te kopen, waardoor de missionarissen meer succes boekten.
Er blijven echter veel vragen onbeantwoord, en het is van groot belang dat er verder onderzoek wordt gedaan naar deze spectaculaire vondsten. Met name de vraag waarom deze ringen alleen in het Friese terpengebied zijn gevonden, verdient meer aandacht. Door meer te leren over deze ringen, kunnen we hopelijk meer inzicht krijgen in de rol die ze hebben gespeeld in de kerstening van Friesland, en begrijpen we beter waarom ze zo’n belangrijke rol spelen in het collectieve geheugen van de regio.
Menaam, Johan Postma